Nadat de Hethiet [bedoelt wordt Jebusiet] Arauna aan David de dorsvloer had verkocht, waar de tempel gebouwd zal worden, zegt hij tegen hem: "Dit alles gaf Arauna, de koning, aan de koning" (Staten Vertaling). De onduidelijkheid van de masoretische tekst verdwijnt als wij het woord hamelek (de koning) uitleggen als een glosse van de naam Arauna. Welnu er blijkt duidelijk uit de Ugaritische teksten dat deze naam een Horitisch woord is, dat leider betekent en dat wij meer in het bizonder tegenkomen in de naam van de schrijver Iwrsar.